Generatie 8 ( oudovergrootouders )

128. Arnoldus Wilhelmus [Arnold] Weilers, geb. Bocholt, Duitsland 3 jan. 1755, Schoenmaker (Schuster), Burger van Bocholt, † Bocholt 7 okt. 1786, tr. Bocholt 28 jan. 1772
129. Helena Gesina Sieverding, ged. Bocholt 30 maart 1751, † Bocholt 11 nov. 1786.

[schets: de Schoenmaker en de dood]

Arnold en Helena krijgen zes kinderen. Slechts drie bereiken de volwassen leeftijd. Gelet op het aantal jaren tussen de geboorten van de kinderen, doet ons vermoeden dat er tussendoor vele miskramen geweest zijn, in dit  schoenmakersgezin.

Eén maand voordat Helena bevalt van hun zesde kind, overlijdt Arnold op 31 jarige leeftijd. Helena zelf sterft in het kraambed, één dag na de geboorte van dit jongste zoontje Frans. De drie, dan nog in leven zijnde kinderen worden ofwel ondergebracht in het Rooms Katholieke weeshuis te Bocholt, of komen in huis bij een van moeders ‘Geschwister'. Helaas zijn de Weeskamer archieven niet bewaard gebleven. Feit is evenwel dat baby Fransje, slechts 1 jaar oud wordt.

 

130. Joannes Rottgerus Niedecker, tr.
131. Maria Elisabetha Rengers.

Joannes en maria krijgen tussen 1781 en 1790 vijf kinderen in Vreden en Asbeck Ahaus.

 

132. Johannes Beuming, geb. Cuijk N.B., † na 17 nov. 1768, tr. Cuijk N.B. vóór 1750
133. Corelia Hermse Korthout, geb. Nijmegen?. 

Zij krijgen tussen 1750 en 1768 twaalf kinderen in Cuijk. 

 

136. Jeelis [Jilles] Donker, ged. Weesp 10 juli 1760, kattoendrukker, † Amsterdam 8 aug. 1817, tr. (ondertr. Amsterdam 22 aug.) 1783
137. Saara [Saartje] Al, ged. Amsterdam, Westerkerk 13 febr. 1763, † Amsterdam 20 nov. 1831.

Kattoendrukkers in Amsterdam
Op 24 februari 1752 koopt Hendrik Donker, waarschijnlijk een oudoom van Jilles, wonende in Amsterdam "een 2 huizen, pakhuizen en erven, zijnde een ververij staand en gelegen naast en agter malkander aan de Bloemgragt zuidzijde beoosten de Lijnbaansgragt, het tweede huijs en noord einde Lijnbaansgragt ende een huijs en pakhuijs daaragter zijnde een hoedenmakerij", ter waarde Fl. 12.000,00. Dezelfde Hendrik koopt op 2 maart 1758, een huis met erve gelegen aan de Rode Lely Riaal of Laatste Lely Dwarsstraat aan de Oostzijde het tweede huis agter het hoekhuijs van de Lelystraat [3e Leliedwarsstraat 10]ter waarde van Fl. 9.500,00.

Daarnaast het huijs ende erfe staande en gelegen in de Bloemstraat aan de noord zijde, het zevende huijs van de Baangragt van Arie Jacobs van Abcou ter waarde van Fl. 815,00 en in 1764 koopt Hendrik de tuin aan het Tuinpad De Eendracht bij de Raampoort.

'Onze' Jilles vertrekt, waarschijnlijk door de economisch slechter wordende situatie in Weesp, met de trekschuit naar Amsterdam. Alwaar hij, 23 jaar oud, in 1783 huwt met Saartje, 20 jaar oud. Saartje en Jilles wonen dan al samen [ja, ook toen heel gebruikelijk] in de Conijnestraat [zie foto] en tja, zij is dan al in verwachting van hun eerste zoon.

De ‘Ververij' aan de Bloemgracht was zeer waarschijnlijk de Katoendrukkerij waar de jonge Jilles aanvankelijk als knecht aan 't werk gaat. Tussen 1784 en 1805 worden er acht kinderen geboren. Vijf zoons en drie dochters, die NH gedoopt worden in de Westerkerk, de Oudekerk en de Noorderkerk.

Op één na groeien ze op tot volwassenen en wonen dan in de 3e Leliedwarsstraat 10 [het huis met erve in de voormalige Laatste Lely Dwarsstraat, van oudoom Hendrik]. Vader Jilles werkt inmiddels als kattoendrukker, hoogstwaarschijnlijk in dienst bij zijn oom Hendrik, verdienste minstens 16 gulden per week! Ook zoons Cornelis, Gerrit en Jillis volgen in hetzelfde beroep en klimmen op tot opperman katoendrukkersknegt.

Dan slaat 't noodlot toe in de familie, binnen een tijdsbestek van acht jaar sterven vader Jilles op vrijdag 8 augustus 1817, 57 jaar oud, dochter Elisabeth op 7 oktober 1817, 27 jaar oud, zoon Johannes in 1822, 20 jaar oud, dochter Saartje in 1824, 18 jaar oud en zoon Klaas in 1825, 25 jaar oud. Je vraagt je af welke ongezonde leefomstandigheid of volksziekte hiertoe leidde. Waren wellicht de giftige dampen van de Katoendrukkerij de oorzaak?

 

138. Johannes Hendrik Steibe [Stijwe, Stuebe], geb. Wannefriden, D. 1748, korenmolenaar aan korenmolen De Victor, op de Schans, begr. Amsterdam, Westerkerkhof 4 febr. 1808, tr. (ondertr. Amsterdam 20 febr.) 1784
139. Helena Carolina [Lena] Rutje [Redtjer], geb. Sonnenburg, Pruissen [huidige Slonsk in Polen] 1752, † Amsterdam juni 1816. Ook genaamd Lena Ritger, Redtjer, Rutje.

Naamsverandering! Johannes wordt in Amsterdam vermeld op diverse manieren, zoals Steibe en Stubbe, bij de doop van zijn kinderen wordt hij opgevoerd als zijnde Stijwe, Stijve en Stuebe.

Zij krijgen tussen 30 juni 1784 en 1795 kinderen, allen Luthers gedoopt. Het gezin woonde bij het overlijden van Johannes in de Laurierstraat in Wijnbergijsgang te Amsterdam. Het jongste kind is dan pas 13 jaar.

Op de tekening zien we de Laurierstraat met rechts een boogpoortje dat leidt naar de achterliggende bebouwing genaamd Wijnbergijsgang. Deze (krot)woningen werden gebouwd in de oorspronkelijke tuinen. Amsterdam werd overspoelt door mensen en huisjesmelkers schroomden niet om achterkamertjes, kelders en schuurtjes als woningen te verhuren.

Lena Rutje oud 56 Jaar Weduwe krijgt steun in de vorm van Huiszittenhuizen beginnende in de eerste wintermaanden van 1808, als haar man net overleden is. Vanaf 1811 krijgt ze zowel zomers en winters steun tot aan haar overlijden in Junij 1816 in ´t Gasthuis.

144. Pieter Pietersze Veul, geb. Schellinkhout, ged. Westerblokker 21 mei 1749, begr. Wervershoof 19 nov. 1799, tr. 1e omstr. 1773 Marij Jans, geb. Venhuizen, † vóór 1776; tr. 2e Medemblik 13 (kerkelijk Wervershoof 28) jan. 1776
145. Brigitta [Bregje / Breggie] Jacobs Hoogzaad, ged. Heerhugowaard 7 juli 1755, † Langedijk, Wervershoof 9 jan. 1837.

Pieter Veul, weduwnaar van Wervershoof, trouwt op 5 Januarij 1776 te Medemblik met Bregje Jacobs (Hoogzaad), jd. [jongedochter] van Wervershoof. Zij woonde daar bij familie, maar kwam dus uit Heerhugowaard.

Pieter en Bregje krijgen tussen 21 februari 1778 en 23 september 1795 tien kinderen, zeven dochters en drie zoons. Allen worden RK gedoopt in Wervershoof. Eén zoontje overlijdt, slechts 1 jaar oud. Hij wordt op zaterdag 28 mei 1785 in Wervershoof begraven, kosten 3 gulden. Bij de doop van dochter Krelisje op op zondag 2 oktober 1791, wordt vader Pieter genoteerd als zijnde Vissers. Wellicht verdiende hij toen de kost als visserman. Pieter zelf wordt Pro deo [gratis] begraven op dinsdag 19 november 1799 te Wervershoof.

 


146. Joannes Wilhelmus Franciscus Sporemackering alias Jan Willem Sparmakering, ged. Anholt, Duitsland 23 juli 1760, 1820 - Chirurgijn te Hoorn, 1823 - Heel en vroedmeester te Wervershoof, Plattelands heelmeester te Blokker 1785-, † Huissen in Gelderland 26 mei 1829, tr. Hoorn 25 juni 1786
147. Alida van Hem, ged. Hoorn 15 dec. 1765, † ald. vóór 1823. 

Joannes was RK gedoopt in de Sankt Pankatius kerk op woensdag 23 juli 1760 in Anholt, Duitsland. Waar hij zijn opleiding tot Heel- en vroedmeester kreeg is onduidelijk. Hij kwam in elk geval uit een geslacht van chirurgijns en priesters. Het Chirurgijns Gildeboek van Hoorn vermeldt hem sinds 20 september 1785. Zijn naam werd daar (en in doopgegevens van hun negen kinderen, waarvan er vijf jong stierven), op diverse wijze geschreven: Sparmaker, Sparremaker, Sporemaker, Sparmakering etc. Gezien zijn wapen op een perkamenten tekening in het Westfries Archief, betreffende de oprichters van het Geneeskundig Gezelschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en Verloskunde, was de laatst genoemde de juiste spelling. 

Nadat de oude Gilden in de Franse tijd [Bataafse Republiek] afgeschaft waren onder het vaan van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, bleek de kwakzalverij op te leven. Dit zat de ’oude’ medische stand, waaronder chirurgijns en medicinae doctoren, vroedvrouwen en apothekers niet lekker. De gezondheidszorg diende gereorganiseerd.
In 1805 werd in Hoorn het genootschap ’Vis Unita Fortior’ opgericht na het opheffen van het chirurgijnsgilde. De scheiding tussen chirurgijns en medicinae doctoren vervaagde. Men trachtte zich samen op te stellen tegen kwakzalvers, beunhazen en andere specialisten van het marktplein. Zo verkocht de Hoornse banketbakker Van Uven purgeerkoeken en slaapbollen en toonde ze bovendien openlijk in zijn etalage!
Er had vervolgens een inventarisatie plaats van geneeskunstbeoefenaren. Na het tonen van de examenbul en het betalen van de leges en het opnieuw afleggen van de eed, werd men ingeschreven door de inmiddels ingestelde Plaatselijke Commissie van Geneeskundige Toevoorzigt. Hoorn was hiermee in 1806 een der eerste steden. De commissie bestond uit de medicinae doctoren J.Dirxs, J.Jager en W.Repelius en de chirurgijns J.Snoek en J.W. Sparmakering en apothekers P.van Hogen en B. van Beek. Ze had tot taak alle nieuwe besluiten ter plaatse voor te bereiden en de naleving van de verordeningen betreffende de gezondheidszorg te controleren en vervolgens haar bevindingen driemaandelijks te rapporteren aan de eveneens nieuw ingestelde Departementale commissie.

In 1805 werd te Hoorn óók het Geneeskundig Gezelschap ter bevordering van de Genees-, Heel- en Verloskunde opgericht door de genees- en heelkundigen J.G.Repelius, J.W. Sparremaker,  J. Bleys, D. de Mees en D. Nierop. Voor de inrichting en werkwijze hadden ze hun licht opgestoken bij het Geneeskundig Gezelschap te Alkmaar. Op de wekelijkse bijeenkomsten ten huize van één der leden hield men lezingen en verhandelingen over bijzondere waarnemingen, over heel- en verloskundige problemen of sprak men over gemeenschappelijk aangeschafte boeken.
In 1812 kreeg het Gezelschap van de burgemeester toestemming om in de Kamer van de voormalige Levantse handel, in de Hoofdtoren, te gaan vergaderen. Nog datzelfde jaar werd er een tweede Geneeskundig Genootschap opgericht ’In Horto Salubria’ (In de weldadige Tuin). Dit gebeurde eveneens door een vijftal geneesheren, te weten A.P.Kuys, J.W. Sparmakering, J.W. van Beusekom, A. de Vries en G.J. Rijnders. De naamgeving verwees naar de vergaderplaats, het tuinhuis van medicinae doctor Kuys aan de Koepoortsweg. De aanleiding tot het oprichten van een tweede genootschap is niet duidelijk, was er soms sprake van enig standsverschil?
Uit de kasboeken kunnen we wel opmaken dat dit laatste gezelschap tullebanden bestelde, wijn dronk tijdens de vergadering en een pedel in dienst had voor het verrichten van huishoudelijke en bode diensten, terwijl het andere genootschap vergaderde onder het genot van bier en men voor het vergaderlokaal een schoonmaakster inhuurde.

Volgens de ‘Liste General’ werkte Joannes in 1811 als Plattelands heelmeester te Blokker, arrondissement Hoorn, alwaar hij ook woonde. Hij was door een rechtbank of collegie doctor medicinae aangesteld, hebbende plaatselijk admissie. In 1823 werkte hij als Heel- en vroedmeester te Wervershoof.
Joannes Wilhelmus Sparmakering overleed op dinsdag 26 mei 1829 in Huissen, 68 jaar oud, ten huize van zijn jongste zoon, rijtuigmaker. Geen van zijn kinderen werd medicus. Z’n oudste zoon Franciscus Xaverius Sparmakering, was Priester, Custos te Alkmaar en Lector te Weert.
 


148. Cornelis Pietersz Neefjes, geb. Zwaagdijk 16 dec. 1770, ged. Westwoud 16 dec. 1770, veeman, † Hoogkarspel 16 sept. 1820, tr.
149. Aaltje Klaase [Baas] Portegijs, geb. Hoogkarspel 17 maart 1776, ged. Westwoud 17 maart 1776, bouw- en veevrouw, † Hoogkarspel 7 sept. 1836. 


150. Pieter Jansz Vriend, geb. Venhuizen 16 febr. 1770, veeman, landman, belastinggaarder, bullevoogd en Burgemeester van Venhuizen, † Venhuizen 21 febr. 1837, tr. Blokker 20 febr. 1791
151. Maartje [Marijtje] Gerrits Stam, geb. Venhuizen 1 april 1771, veevrouw, † Venhuizen 14 okt. 1837. 

Pieter wordt geboren als 4e kind van de vijf, als boerenzoon in Venhuizen. Maartje is een boerendochter en wordt ook te Venhuizen geboren. Ze trouwen echter in Blokker, maar bewonen een mooie boerderij in Hauwert. Deze Westfriese buurtschap behoorde tot ‘stede Berkhout en Wognum'.

Pieter is een rijk en een belangrijk man in het Westfriese land. Zo bezat hij 103 hectare land te Venhuizen, 21 hectare te Blokker en 8 hectare te Westwoud, alsmede 6 boerderijen met erf.

Daarnaast bekleedt hij functies van aanzien, zoals: belastinggaarder, bullevoogd en burgemeester. Ze krijgen twaalf kinderen, waarvan er drie als baby overlijden en de jongste zoon als 22-jarige.  [Bron: Parenteel Maarten Jacobsz (Vriend) - Simon Vriend]

 

152. Henrich Kaeyser, † vóór 1817, tr. Suedlohn, Westfalen, Preussen omstr. 1770
153. Joanna Kueling, † vóór 1817.

 

154. Hendrik Evers alias Evertsen, ged. Putten, RK kerk 28 maart 1742, karreman, † Putten 24 sept. 1817, tr. Putten, NG kerk 3 aug. 1777
155. Joanna [Janna] Willemse Plakmeijer, geb. Epe 1753, † Putten 27 jan. 1818.

25 december 1776 wordt Hendrik Everts ingeschreven als Lidmaat der gemeente in Putten, met attestatie van Oldenbroek, dd 4 oktober 1776. Aan de Steene Kamer. Geslachtsnaam Evers aangenomen in 1811, Hendrik Evers, karreman te Putten. Hendrik en Janna krijgen minstens vier kinderen tussen 1786 en 1794.

 

156. Henricus [Hendrik] Petersz Heijman, ged. Neereind, Jutphaas 7 febr. 1747, begr. IJsselstein 24 okt. 1800, tr. IJsselstein 25 juni 1780
157. Barbara Peperkamp, ged. Vianen 3 maart 1753, † IJsselstein 7 maart 1842. Ook genaamd Berber(a) / Berbertje / Marrigje.

Zij gingen op zaterdag 10 juni 1780 in IJsselstein in ondertrouw. Anno 25 junii 1760 sont marrié Hendrik Heijman et Barbara Peperkamp, Testi Petro Heijman et Christiano Peperkamp.

Het jonge stel woont aen den IJsseldijk, buijten de IJsselpoort alwaar tussen 1782 en 1798 negen kinderen geboren worden, waarvan zes zoons en drie dochters. Twee zoons worden Johannes genoemd geboren in 1786 en 1788. Beiden groeien op en bereiken een redelijke leeftijd voor die tijd.
Hendrik stierf, 53 jaar oud en werd begraven op vrijdag 24 oktober 1800 te IJsselstein. Barbara overleefde hem ruim 41 jaar en overleed, 89 jaar oud, op maandag 7 maart 1842 in IJsselstein. De overlijdensakte vermeldt haar als zijnde 93 jarige weduwe.

 

158. Hendrik Jansz Wiltschut (Wilschut), ged. IJsselstein 7 jan. 1763, † ald. 24 dec. 1844, tr. IJsselstein 1 juni 1783
159. Jannigje [Jansje] van der Tier, geb. IJsselstein 1761, ged. IJsselstein, RK, † IJsselstein 6 juni 1835.
 

Zij gingen op zaterdag 17 mei 1783 in IJsselstein in ondertrouw. "Op den 17 Maij zijn met toestemming van bruidegoms moeder, hier tegenwoordig, en met authorizatie en consent van den E. Magistraat alhier, wegens wederwilligheid van der bruids vader, in wettige ondertrouw opgenoomen Hendrik Jansz. Wilschut, j.m., geboortig en woonachtig alhier, en Jannetje van der Tier, j.d. ook alhier gebooren en woonagtig.
Hebbende de bruid plegtig beloofd, dat zij de kinderen, uit haar verwekt wordende, zal laten opvoeden in onzen Hervormden Godsdienst".
 Zij kregen zeven kinderen.

160. Jan Alberts, geb. Doorwerth 1770, ged. Heelsum 4 juni 1770, olijslager, timmerman, † Gorinchem 12 febr. 1844, tr. Arnhem 7 sept. 1796
161. Anna Theodora de Vreede, geb. Maastricht 1767, † Bennekom 21 okt. 1837.
 
Jan en Anna kregen tussen 1797 en 1808 zes kinderen te Arnhem, waarvan er drie als zuigeling stierven. Het doopboek noteerde als naam Albers, Aalberts en Alberts. Jan werkte hier als olieslager. Vervolgens komt het gezin "Jan Albers met attestatie geteekend 28 April 1814 van Arnhem, ingeleverd den 30 April 1814 in Bennekom" te wonen. Vandaar enkele maanden later met attestatie vertrokken naar Renkum, maar daar nooit aangekomen. Ze waren - zo blijkt later - naar Doesburg verhuisd. Blijkbaar beviel het daar evenmin en vestigen ze zich in okt.1815 alsnog in Renkum, aldus het Lidmatenregister: "Johanna Theodora te Frede met attestatie geteekend 19 October 1815, ingeleverd den 23 ste, komende van Doesburg". 

Ze gaan wonen in het gehucht Harten, nabij de huidige gemeentegrens van Renkum en Wageningen (waar sinds 1966 de jongste begraafplaats - genaamd Harten - van Renkum ligt, ten noorden van de Van Gelder papierfabriek). Hier werken vader Jan en jongste zoon Reinder als olijslagersknechten.
Hun dochter werkt dan als dienstmeid in Gorinchem. Half mei 1822 zal ze daar als 24-jarige
Johanna Sophia Aalberts trouwen met de 19-jarige kledermaker Bridé. Blijkbaar is de reis te bezwaarlijk of te kostbaar, want de ouders laten bij de "Openbaar Notaris Beek residerende te Wageningen, als Jan Aalberts en zijne huisvrouw Johanna Theodora te Freede vastleggen dat zij hunne formele en uijtdrukkelijke toestemming" tot het huwelijk verlenen. Jan zet een geoefende handtekening, maar aan die van z'n echtgenote is te zien dat zij weliswaar kan schrijven, maar niet vlotjes. 

Omstreeks 1827 vertrokken naar Bennekom met twee zoons Jan (de latere blinde Huzaar) en Reinder (in Harten nog olijslagersknegt) die dan net als vader wagenmaker - timmerman is geworden. 

Op 14 januari 1835 te Zutphen was Jan nog getuige bij het 1e huwelijk van zoon Jan en zette een stevige handtekening op de huwelijksakte. Hij is dan 65 jaar oud en timmerman te Bennekom.

foto van de timmermanswerkplaats Alberts te Bennekom 

Bij de overlijdensaangifte in 1837 van zijn vrouw Anna is Jan nog in leven
"echtgenote van Jan Albers" . Echter bij het 2e huwelijk van zoon Jan in 1846 wordt vermeld "zn. van wijlen" hij is dus overleden tussen 1837 en 1846. Maar niet in Ede, Bennekom noch in Leersum (waar zoon Jan woonde).
Jan blijkt na de dood van zijn vrouw ingetrokken bij zijn dochter in 't Zuid-Hollandse Gorinchem. Hij is daar overleden, 73 jaar oud, op maandag 12 februari 1844 "des avonds ten elf ure in het huis staande bij de Petersbrug No.204". Van het overlijden is aangifte gedaan op 13 februari door zijn scoonzoon Appolonius Jacob Bridé (1803-1895). Deze geeft aan: Jan Alberts 75 jaar oud, zonder beroep, wonende te Gorinchem, zoon van Rijnder Alberts en Janna Janssens, weduwnaar van Anna Theodora te Vreede. Geboren te Eelsem in Gelderland, waarmee Heelsum bedoeld wordt.

 162. Willem Willemse van Ginkel, ged. Renswoude 4 april 1777, daghuurder, arbeider, † Ede 16 maart 1853, tr. Lunteren 17 jan. 1808
163. Neeltje Jans(se) Broekhuisen, geb. Lunteren, ged. Lunteren 28 dec. 1781, † Ede 7 jan. 1841

Willem wordt geboren als 7e kind van de negen en groeit op in Renswoude. Al jong is hij boerenarbeider. Wat hij z'n leven lang zal blijven. Willem en Neeltje trouwen in Lunteren, maar vestigen zich in Amerongen. Hier worden ook al hun kinderen gedoopt, ondanks het feit dat ze op de Ginkel (vandaag de dag behorend bij Leersum) wonen.

 

 

164. Willem Jansz Otten Ruijtenbeek, geb. Nijkerk 21 sept. 1794, kleermaker, † Nijkerk 18 juni 1836, tr. Nijkerk 17 juli 1819
165. Maartje Schuer [Schuart], geb. Nijkerk 5 okt. 1794, ged. Nijkerk, NG kerk 15 okt. 1794, naaister, arbeidster, † Nijkerk 22 sept. 1872.

Maartje kreeg voor haar huwelijk een dochtertje dat slechts 8 dagen leefde, genaamd Jacobje. Willem en Maartje krijgen in Nijkerk vier zoons en één dochter. Twee kinderen worden boerenarbeider, de jongste zoon Jacob bezembinder.

In 1876 zijn Mattthijs Ruitenbeek oud 46 jaren; Jacob Ruitenbeek oud 42 jaren ooms der echtgenoote, arbeiders allen te Nijkerk wonende. Allen niet kunnende schrijven, Getuigen bij het huwelijk van nichtje Wijmpje dochter van hun oudere broer Pieter.


167. Weijmpje Geurts, geb. Nijkerk 24 febr. 1788, ged. Nijkerk, NG kerk 27 febr. 1788, arbeidster.

Weijmpje bleef ongehuwd en kreeg op haar 40e een buitenechtelijke dochter in Renswoude.

168. Reint Hogenkamp, tr. Gelderland omstr. 1760
169. Janna Elferkamp.


170. Hermannus Boss, geb. omstr. 1721, tr. Drempt Hummelo 19 mei 1756
171. Gerarda [Gertrudis] Volmers [Filmers], geb. omstr. 1721

 

172. Jan Hendriks (ook genaamd Modderkolk), geb. Loenen 3 febr. 1762, ged. Loenen 29 febr. 1764, † Loenen, Apeldoorn 23 febr. 1818, tr. 2e (ondertr. Loenen 12 jan.) 1806 Geertjen Jansen Onderstal, ged. Loenen 27 jan. 1754, werkvrouw, † Loenen 26 sept. 1818, dr. van Jan Berentse en Goossentje [Geurtje] Frederiks; tr. 1e Hall 7 nov. 1790
173. Steventje Beumkes, ged. Hall 25 juli 1762, † Loenen [bij Apeldoorn] 2 okt. 1805, begr. Loenen 7 okt. 1805.
 

Uit de ondertrouwakte: Ingeschreeven te Loenen den 22 October 1790, geproclameerd den 24 en 31 dito en den 7 November en na bekomen attest van Loenen op dato alhier [Hall] getrouwd, Jan Hendriks j.m. geboortig van en woonende te Loenen en Steventjen Beumkes j.d. geboortig van en thans woonende te Eerbeek onder Hall.

Naamsverandering! Jan werd geboren in Loenen als 2e kind van de dertien. Hij is de eerste die als alias Modderkolk toevoegt aan zijn achternaam. De overige 12 kinderen dragen alleen de naam Hendriks. Zeer waarschijnlijk kreeg hij dit alias omdat hij bij een modderkolk / veenkreek [een ondiep water] woonde of daar als baggereraar werkte. Volgens de trouwakte van een kleinzoon, wonen en werken Jan en Steventje vanaf hun huwelijksjaren in Apeldoorn.

Steventje werd geboren in Hall [bij Eerbeek], waar haar ouders op 't Sant woonden.

174. Mathijs [Marten] Bandle, ged. Den Bosch 30 sept. 1766, daghuurder, † Rheden 7 april 1835, tr. 1e Rheden 15 nov. 1795 Geertrui de Beus, geb. 1763, † Dieren 27 maart 1813; tr. 2e Dieren 8 juni 1813
175. Hermina [Mientje / Maria] Tenks, ged. Doetinchem 8 juni 1785, dienstmaagd, daghuurster, † Dieren 4 febr. 1860.
 

"Klassificatie Rolle over de ingezetenen van het schoutambt van Rheden, ingevolge Besluit van hun Edelen Grootachtbare Heeren Gedeputeerde Staten der Provintie Gelderland d.d. 10 Julij 1818 ter vinding van het te kort op de begrooting over den Jare 1818, ter somma van 2800,-, met de berekening der klassificatie, tot het vinden van dezelve, en daarbij gevoegde somma voor de oninvorderbare posten."

Toelichting: Verdeling van personen in 20 vermogensklassen, oplopend van de armsten in de eerste klasse (hier: tweede klasse) tot de meest vermogenden in de twintigste klasse. Er is een onderverdeling naar dorp en een interne volgorde volgens woonhuisnummer, staande voor de naam der aangeslagene.

Derde klasse: 90 cent, RHEDEN: huisnummer 116 - Marte Bandel. Vervolgens woonde het gezin nog op de volgende huisnummers: vanaf 1820 op nr. 117, vanaf 1825 op nr. 112 en vanaf 1835 op nr. 113.

 

176. Joannes Hendricus [Jan Hendrik] Paulusse van Alfen [Poulisse], ged. Rossum RK 6 sept. 1783, Kerkmeester in de RC kerk te Rossum, dijkbode, dorpsbode, † Rossum 1 febr. 1832, tr. Rossum 23 febr. 1808 177. Maria van Boxtel, ged. Alem RK kerk 3 jan. 1781, winkelierster in Rossum, † Halsteren 25 okt. 1850.
 

Naamsverandering! Hendrik wordt geboren als 3e kind van de zeven in Rossum, gelegen aan de Waal ten oosten van Zaltbommel [provincie Gelderland]. Hij werd Gereformeerd gedoopt, maar werd waarschijnlijk bij zijn huwelijk met de katholieke Maria ook katholiek. Zij wordt geboren in Alem, een dorpje gelegen ten zuiden van Rossum. Hij was o.a. dijkbode en kerkmeester in de RK kerk te Rossum.

In 1809 wordt de dorspbode Hendrik van Alphen [dezelfde als 'onze' Hendrik] opgevolgd door Johannes van Rossum. Daarvoor is in de bronnen geen sprake van een dergelijke functionaris. Zijn taken zijn niet omschreven, maar het lijkt aannemelijk dat hij een gedeelte van de taken van de vorster heeft overgenomen. De dorpsbode treedt ook op als ´bode op Den Bosch´.

 

 

 

Samen krijgen ze vier zoons en één dochter. Deze krijgen verschillende achternamen. Twee worden ingeschreven als Poulisje en drie als Paulisse / Poulisse. Als de jongste 6 jaar oud is, overlijdt Jan ‘des avonds om 10 uur'.

Het bidprentje is gedateerd op 2-2-1832. Maria overlijdt 18 jaar later in Halsteren, gelegen ten noordwesten van Bergen op Zoom.

 

 

 

 

178. Fredricus [Frederik] van Gennip, ged. Heeze RK 14 sept. 1789, † Heeze 8 april 1870, tr. Heeze N.B. 25 juni 1817
179. Maria Elisabeth van Moorsel, ged. Helmond 8 dec. 1795, † Heeze 31 aug. 1872

180. Stephanus [Steven] de Kort, ged. Tilburg 29 jan. 1777, 1810 - bierbrouwersknegt, 1813 - dagloonder, † Tilburg 11 nov. 1849, tr. Tilburg 5 maart 1810
181. Maria Catharina Couwenberg, ged. Tilburg 8 nov. 1783, † ald. 29 nov. 1849

Trouwen voor de Schepenen:
Steven de Kort Jongman geboren en wonende alhier, van professie Bierbrouwersknegt dewelke verklaarde geen ouders meer te hebben. Met Catharina Couwenberg Jongedochter, geboren en wonende alsvoor geattesteerd met haar vader Jacobus Couwenberg die verklaarde in ´t huwelijk te conventeren. Zijn ingeschreven Tilburg den 17 van Sprokkelmaand 1810. Getrouwd den 5 van den Lentemaand 1810.

Het echtpaar woonde te Tilburg in de wijk Heuvel.

 

 

182. Wilhelmus O(o)men (dezelfde als 92 in generatie VII), tr. Tilburg 18 jan. 1808
183. Johanna van den Hove(n) (dezelfde als 93 in generatie VII). 
 

 

Naamsverandering! Wilhelmus wordt geboren als 2e kind van de vier, in de wijk Heuvel bij Tilburg, het ouderlijk gezin woonde tot aan zijn 13e in Goirle en verhuisde toen naar Oerle bij Tilburg. Hij wordt wever.

Johanna wordt geboren in Loon op Zand, en wordt spinster. Samen met Johanna woont hij aan de Berkdijk 295, in de wijk Heuvel. Hier worden 9 kinderen geboren. De tweede zwangerschap levert een tweeling op. Hun jongste zoontje overlijdt na vier maanden.

Na het overlijden van Johanna verhuist Wilhelm naar Udenhout. Bij het huwelijk in 1844 van dochter Anna Barbara wordt hij genoemd als Tolgaarder te Udenhout. Alle kinderen krijgen de achternaam Oomen, behalve zoon Carel die als Oomens genoteerd wordt. Dezelfden zijn ook de grootouders van Antonia Oomens, geb. 10-10-1872 in Hooge en Lage Zwaluwe, echtgenote van H.J.F. Poulisse.

Wilhelmus is een zoon van onderstaand echtpaar!

184. Petrus [Peeter] Cornelis Ooms alias Oomen, Omes, geb. Rijt bij Tilburg, ged. Tilburg, RK St.Dionysius parochie 10 juli 1750, Particulier 1827-, † Tilburg 18 aug. 1827, tr. Hoeven bij Tilburg 28 april 1776

185. Joanna Johannes van den Biechelaer alias Biggelaar, geb. Hoeve bij Tilburg, ged. Tilburg, RK St.Dionysius parochie 11 aug. 1748, † Tilburg Rijt 4 sept. 1812. 

186. Gisbertus van den Hoven, ged. Loon op Zand 31 jan. 1756, † vóór 8 febr. 1803, tr. Tilburg 23 mei 1779
187. Clara Janse [Janssen], geb. Aldewijck [Oude Eyck], Limburg omstr. 1761, dienstmeid, † Tilburg 11 mei 1825, tr. 2e (ondertr. Loon op Zand 3 jan.) 1807 Peter de Bruin, geb. Tilburg 1770, Herbergier.
 

Gisbertus wordt geboren als 5e kind van de negen, in Loon op Zand. Twee broertjes met dezelfde naam, overleden als baby. Evenals nog een broertje Jacobus. Tussen het oudste en jongste kind zit 18 jaar. Clara wordt geboren in Aldewijck te Limburg, omstreeks 1761. Op 22 jarige leeftijd is zij aanvrager van een borgbrief bij de Heilige Geestarmen te Aldenwijck, met als bestemming Loon op Zand. Deze wordt op zondag 7 december 1783 afgegeven.

Rond 1787 trouwt ze te Loon op Zand met Gisbertus. Ze krijgen één dochter. Als deze ongeveer 14 jaar is, overlijdt Gisbertus. Volgens de borgbrief gedateerd op zondag 6 februari 1803 te Loon op Zand, vertrekt zij met haar dochter naar Capel op 6 maart 1807. Volgens dezelfde borgbrief komen ze later terug in Loon op Zand.

Op 3 januari 1807, gaat Clara voor de schepenen te Loon op Zand in ondertrouw met Peter de Bruyn, herbergier van beroep. Dit huwelijk werd niet voltrokken, "vermits de geboden te Tilburg om redenen het Gerechd dier plaats moverende belet zijn gegaan. Dient zulks alhier voor memorie".

Op dinsdag 3 november 1807 te Loon op Zand, is Clara opnieuw aanvrager van een borgbrief, met als bestemming Tilburg. Waarschijnlijk trouwt ze daar alsnog met Peter de Bruyn, want bij de aangifte van haar overlijden op woensdag 11 mei 1825 om 05:30 in Tilburg, is als getuige aanwezig haar "gebuur [landbouwer] Hendrik Donkers en Echtgenoot Peter de Bruijn".


NB Dit zijn dezelfde personen als in generatie 9 - nrs. 366 en 367

 

188. Cornelis [Corneille] van Heusden, geb. Zierikzee 1788, horlogiemaker, † Terheijden 19 okt. 1871, tr. Zierikzee 24 jan. 1813

189. Anna van Maanen, geb. Zierikzee 1791, † Terheijden 16 juni 1867.

Doop van Anna niet gevonden in de uittreksels van de verloren gegane RK Doopboeken Zierikzee - de Vos.

Uit de Trouwakte: Corneille van Heusden en j.d. Anna van Maanen vergezeld door Gerrit van Maanen oud 59 jaren, van beroep tuinman, Hendrikus van Maanen oud 51 jaren schrijver, echtgenoot van Antonia Bakker 31 jaar oud en bakker, Simon Levi van Os 52 jaar horlogier. Allen burgers van Zierikzee en allen deze akte ondertekend hebbende.

Cornelis en Anna wonen na hun trouwen in de Wijk D nr. 255 te Zierikzee. Hier worden ook tussen 1813 en 1819 vijf kinderen geboren, waaronder een tweeling. Op 2 november 1819 erft Cornelis, als enige erfgenaam de boedel van zijn vader. Het gezin trekt in zijn ouderlijk huis staande aan de Zuidzijde Oude Burenstraat Wijk D. no.493, alwaar nog een dochter geboren wordt.

Geboekt in het dagregister deeses no. 542 en 2 november1819.

Ik ondergetekende Cornelis van Heusden, winkelier wonende te Zierikzee kiezende domicilium ten huize van den overledene te Zierikzee in de Zuidzijde Oude Burenstraat Wijk D. no.493 verklare dat de nalatenschap van Wouter van Heusden, overleden den 28 october 1819 te Zierikzee en laatst gecomiliciëerd geweest te Zierikzee, Provincie Zeeland, door mij ondergetekende Cornelis van Heusden enig nagelaten kind van den overledene geërft wordt. En verklare ik dat de onroerende Goederen binnen dit Rijk gelegen, en oor den overledene nagelaten bestaan in: Een Huijs en Erf met de gevolgen vandien staande en gelegen aan de Zuidzijde Oude Burenstraat Wijk D. no.493.
Dat wijders door dit overlijden geen Fideicommis is gedevoleerd, noch vruchtgebruik vervallen is; mitsgaders, dat door niemand buiten de opgemelde Erfgenamen, iets uit deze Nalatenschap word genoten.
Zierikzee, den 24e November 1819.

In 1821 is Cornelis nog Hypothecair schuldenaar in Zierikzee. Rond 1840 vinden we hen terug in Terheijden N.B. alwaar ook hun oudste zoon dan woont.

 

190. Adrianus [Adriaan] Speelmans, ged. Made en Drimmelen 12 okt. 1782, arbeider, † Zevenbergen 1 dec. 1874, tr. 2e Hooge en Lage Zwaluwe 26 april 1822 Petronella van den Biggelaar, geb. omstr. 1781, dr. van Jan Peter en Elisabeth Mol; tr. 1e Hooge en Lage Zwaluwe 26 jan. 1807
191. Helena Maria [Lena] Boenders, ged. Tilburg 31 maart 1777, † Hooge en Lage Zwaluwe 10 juni 1821.

Adriaan en Lena kregen kinderen tussen 1811 en 1819 in Zwaluwe. 

192. Jan Hagen alias Haagen, geb. Gilthuijsse (thans Gildehaus), Duitsland, ged. Gildehaus 28 dec. 1746, kleermaaker, † Gildehaus 28 febr. 1830, tr. Amsterdam (ondertr. Haarlem 2 juni) 1780
193. Cathrina Smet, geb. Haarlem 25 febr. 1745, † na 1816, tr. 1e (door echtsch. ontbonden vóór 1780) Adolf de Koning.
 

Naamsverandering! Jan wordt geboren als jongste kind, van de in totaal zeven kinderen. Zijn vader is bij het huwelijk met Jan's moeder al tweemaal weduwnaar. Uit de eerste twee huwelijken, leefden nog twee kinderen.

Rond z'n 30e vertrekt Jan naar Amsterdam, waar hij bij z'n ondertrouw in Haarlem, beschreven wordt als zijnde Hagen, maar als Haagen ondertekend. Op z'n 34e, trouwt hij in Amsterdam met Cathrina. Ze krijgen er twee dochters en twee zoons, die gedoopt worden in de Hervormde Westerkerk en Nieuwe Kerk en allen de achternaam Haagen krijgen. Na het overlijden van Cathrina in april 1812, in het Buiten Gasthuis te Amsterdam ten 5 ure des middags, keert hij terug naar Gildehaus, alwaar hij 18 jaar later overlijdt.

Het vroegere gehucht Gilthuijsse (Gildehaus, nu opgenomen in de gemeente Bad-Bentheim), ) ligt in het graafschap Bentheim net over de Nederlandse grens, op de hoogte van Enschede. Gildehaus was het centrum van de winning van zandsteen. Het plaatsje ligt schilderachtig tegen de helling van de Gildehauser Romberg.
Het zandsteen, het 'Bentheimer goud', vormde het belangrijkste exportproduct van de ‘Grafschaft'. De graven van Bentheim verleenden in die tijd handelaren, kooplieden en handwerkslieden bijzondere privileges, die hen vrijwaarden van belasting. Deze belangrijke voorwaarden leidden er toe dat zelfs handelswaren uit Rusland, Scandinavië, Engeland , maar ook uit de lakencentra Vlaanderen en Holland in de ‘Grafschaft' Bentheim terecht kwamen.

De Gereformeerde leer van Calvijn, het Nederlands Protestantisme, was hier de geloofsovertuiging. Hierdoor bleven de traditionele banden tussen de "Grafschaft" Bentheim en Nederland nauw. Die sterke Nederlandse invloed liet zich ook blijken in de taal van kerk en school. Het "Platduits" is het oude, historische Nederduits, dat ook in Nederland werd gesproken. Het werd in Gildehaus tot in de 19e eeuw gesproken en geschreven. 

194. Willem Brouwer, ged. Utrecht, Catharinakerk 27 juni 1773, † vóór 1816, tr. (ondertr. Utrecht 19 juli) 1791

195. Hendrika Rijnnanda Pouwelse, ged. Utrecht, Janskerk 14 sept. 1766, † na 1816. 

194 Brouwer, Willem. Hij is NH gedoopt op zondag 27 juni 1773 in Utrecht, Catharinakerk.
Hij is overleden vóór 1816, ten hoogste 43 jaar oud. In 1816 sedert lange jaren absent.
Hij ging in ondertrouw, 18 jaar oud, op dinsdag 19 juli 1791 in Utrecht met Attestatie om Elders te trouwen, met de 24-jarige
195 Pouwelse, Hendrika Rijnnanda. Zij is NH gedoopt op zondag 14 september 1766 in Utrecht, Janskerk. Zij is overleden na 1816, minstens 50 jaar oud. Ook genaamd Albertina Hendrika Rijnanda Paulussen / Hendrika Rijnanda Pouwelse.

Willem Brouwer, gedoopt in de Catharinakerk 27-6-1773, zoon van Frans Brouwer en Megtelt Niermans, doopgetuige Johanna Hin, lidmaat in de Gorsteeg, vader rooms, moeder lidmaat.

Hendrika Rijnnanda Pouwelse, gedoopt Janskerk 14-9-1766, dochter van Willem Pouwelse en Hendrika van der Schans, adres in de Lange Jansstraat, beide ouders lidmaat.

Willem en Hendrika ondertrouwen in Utrecht, met attestatie om elders te trouwen. Zij krijgen in 1797 te Rheden een dochter en twee jaar later een zoon in Utrecht. Waar zij in de tussentijd hebben gewoond is onduidelijk. Zij komen niet voor in de bevolkingsregisters van Rheden, Utrecht en Amsterdam. Willem verdwijnt spoorloos, zo lezen we in de trouwakte van hun dochter (in 1816 "sedert lange tijd absent") en Hendrika woont rond 1816 enige tijd in Amsterdam en lijkt ook dan van de aardbodem verdwenen.

 

196. Joan Paulus Widerich, ged. Leiden, in de Hooglandse Kerk 21 aug. 1755, Schippersknecht, brouwersknecht, † na 1809, tr. (ondertr. Leiden 20 febr.) 1783
197. Fijtje Moene, ged. Leiden 7 okt. 1744.
 


198. Dirk Ju, ged. Leiden, in de Hooglandse Kerk 6 febr. 1744, wever, dekenwever aan de Uitterstegracht No.298, later Middelstegracht No.614, † Leiden 7 jan. 1822, tr. 2e Leiden 16 sept. 1814 Hendrina Johanna van Cockengen; tr. 1e (ondertr. Leiden 5 jan.) 1766
199. Lijsje [Elisabeth] Hennekoo, ged. Leiden, in de Pieterskerk 24 febr. 1743, spinster, † Leiden 1 jan. 1814Ook genaamd Ennekoo.
 

Het jonge gezin woont tot aan Dirk's dood in 1822 aan de Middelstegracht.614 te Leiden en krijgen daar tussen 1766 en 1785 zes zoons en één dochter, waarvan 1 zoontje als baby sterft.

In 1819 is Dirk getuige bij de geboorte aangifte van zijn kleindochter Frederika Wiederig. Hij woont dan nog steeds aan de Middelstegracht, Wijk 7, no.614.

200. Pieter Pietersze Pruijs, ged. Weesp 26 juli 1770, korenmolenaarsknecht aan ’de Hoop’ op het Bolwerk Reguliers, begr. Amsterdam? na 13 maart 1823, tr. Weesp 13 aug. 1794

201. Maria Jans Schuurman, geb. Vreeland 1772, † na 13 maart 1823. 

 

 

 

Pieter was molenaar in één van de 10 -15 korenmolens op de bastions aan de Vecht. Het graan werd hoofdzakelijk gebruikt voor de jeneverstokerijen. De Weesper brandewijn doorstond goed de warmte van de tropen. Daardoor graag gedronken aan boord van o.a. de VOC schepen.

Hun eerste zoontje werd geboren in Amsterdam, na de ondertrouw in 1794 en overleed 5 maanden oud voor het huwelijk TWEE jaar later in Weesp. Pieter legt op 8 Junij 1796 als Molenaars Knegt aan de Hoop op het Bolwerk Reguliers, de eed af voor het St. Viktorsgilde. Vervolgens krijgen zij nog één zoon in Weesp, waarna Pieter molenaar wordt in Amsterdam op molen 'de Bloem' aan de Schans bij de Waagpoort. Hier komen zoon Jan en dochter Maagie ter wereld. Kleine Jan wordt slechts 2 jaar oud en wordt begraven op het Kathuizerkerkhof.

 

203. Jannetje Jacoba de Rooij, geb. Loosdrecht, ged. Oud-Loosdrecht 13 febr. 1780, † Amsterdam 11 okt. 1822, tr. Loenen 3 nov. 1816 Gijsbert Emens, ged. Amsterdam, Oude kerk 31 jan. 1790, moolenaar in Amsterdam, zn. van Gijsbert en Diena Vlothuijse.
 

Jannetje kreeg op 19-jarige leeftijd in Oud-Loosdrecht, ongehuwd een dochter Kaatje.

 

204. Pelle [Pieter] van Meerten alias Vonk, ged. Kesteren 13 aug. 1753, Korenmolenaarsknegt aan ’de Haan’, ’de Ruijter’, korenmolenaar - eigenaar ’de Swaan’ aan het Mennonietenpad, † Amsterdam 19 febr. 1829, tr. 2e Amsterdam 6 febr. 1795 Magteltjen Siddeboer, ged. Amsterdam, Nieuwe Kerk 4 okt. 1758, dr. van Egbert en Aaltien Hartgers en wed. van Jacob Arnoldus van der Leleij; tr. 1e omstr. 1787

205. Johanna Glazius, begr. Amsterdam, Heiligeweg en Leidse kerkhof 24 okt. 1794. 

Molen de Swaan ook wel de Witte Zwaan werd gelegd tussen 1664 en 1666 en was een stellingmolen met achtkante bovenkruier. Gezien vanaf de Singelgracht was zij de derde molen op rij aan de zuidzijde van de sloot. De Swaan had slechts één paar molenstenen en er werkten in haar glorietijd twee volwassenen en een kind. Niet te verwarren met zaagmolen De Zwaan, aan de Voorweg buiten de Zaagmolenpoort.

Pieter was Hervormd gedoopt op maandag 13 augustus 1753 in 't Gelderse Kesteren als Pelle Vonk, zoon van Cornelis Klaasz van Meerten en Grietje Vonk op de Middelweerd. Hij verliet zijn geboortedorp, trouwde elders met Johanna Glazius en werkte sinds 22 mei 1787 als ‘Molenaars Knegt an molen de Haan' op het Bolwerk Ouderkerk. ‘Den 29e April 1791 werd hij beeedigt als Molenaars Baas volgens de Nieuwe Ordonantie an molen de Ruyter op het Bolwerk Outewaal' [huidige Sarphatistraat], waarin hij voor 500 guldens een achtste part had verworven.
Zij kregen tussen januari 1788 en september 1793 één zoon Cornelis en drie dochtertjes die als peuter overleden. Johanna stierf, waarschijnlijk in de kraam van het volgende kind en werd begraven op vrijdag 24 oktober 1794 op het Heiligeweg en Leidse kerkhof. Pelle werd in het Begraafboek omschreven als ‘Baas aan de Kore Moole de Swaan op het Mennonieten Eijland'.

Een maand eerder had hij de helft van korenmolen ‘de Swaan', molenschuur, gereedschappen als mede het gehele noordelijkste huis en daarbij behorende knechtswoninkjes uit de hand gekocht voor het bedrag van maar liefst 11.000 gulden, waarvan 2250 gulden contant. Op 20 September 1793 stonden Jan Uijterwaal, timmerman wonende aan de molen ‘de Haan' & Johannis van Vleuten, Blik & koperslager in de Rosemarijnsteeg Borg voor Pelle, dan Pieter genoemd.

Hij deelde de Swaan met Philip Wilker. Deze Philip was een welgesteld man en als Wilkens gehuwd met Anna Walland, dochter van de rijke koopman met huizen aan de Heren- en Keizersgracht. Philip bezat o.a. een tuin genaamd Lindenhof aan de Plantage Doklaan. Hij had dus alleen geldelijk belang in de Swaan.

Pelle, voortaan dus Pieter genoemd, hertrouwde 40 jaar oud, op 6 februari 1794 in Amsterdam met molenaarsdochter en weduwe Magteltjen Siddeboer [Oranjeboom], met wie hij nog twee dochters kreeg. Zij bewoonden de noordelijke molenaarswoning naast de Swaan. In het Windgeldregister van 1807 werd hij nog steeds samen met Wilcker als eigenaar genoemd.
Op 17 juni 1804 legde de 16-jarige Cornelis van Meerten, Pelle's zoon, de eed af voor het St. Viktorsgilde als ‘knegt op De Swaan'. Hij trouwde, tien jaar later op zondag 8 mei 1814 met molenaarsdochter Elisabeth OverEem. De getuigen waren allen Koornmolenaars wonende alhier: Roelof Eekhof van ‘de Spinder', Klaas Siddeboor en Pieter Pruijs beiden van ‘de Oranjeboom'.
Vader Pelle [Pieter] stierf 75 jaar oud op donderdag 19 februari 1829 ‘des morgens' op het adres Mennonietenpad 23 en werd daarbij nog genoemd als Koornmolenaarsbaas. Aangifte door zijn zoon Cornelis, molenaar en wonende in ‘t sterfhuis en collega Antoni van Tongeren, molenaar op de Nieuwe Schans en bekende van overledene. Pelle liet onroerende Goederen na, aldus de overlijdensakte. Dit was de Swaan, welke eigendom van de Erven P. van Meerten zou blijven tot de molen in 1848 afbrandde.

Er stonden aan de Mennonietensloot eertijds zes molens, drie koren- en drie houtzaagmolens. Niet gek dat er over en weer getrouwd werd! Aan 'De Oranjeboom' werkte de familie Pruijs. Gijsbert Emens, latere echtgenoot van Jannetje de Rooij [203] werkte aan verderop gelegen 'De Buis'. De gronden terzijde het pad waren geheel ingenomen door warmoezerijen [groentekwekerijen].

206. Teunis Overeem, ged. Zeist 28 okt. 1742, Korenmolenaar ’de Ruijter’, † vóór 1814, tr. Nieuwer Amstel (ondertr. Amsterdam 15 jan.) 1773)
207. Lijsbeth [Elisabeth] Verwoert, ged. Breukelen 21 febr. 1746, † Nieuwer-Amstel vóór 1814

 

Teunis woont en werkt ten tijde van de ondertrouw als molenaar op Korenmolen de Ruiter. Deze stond op het Bolwerk Outewaal, tussen Muiderpoort en Oranje-Nassaukazerne, tegenwoordig omgeving Linnaeusstraat nabij het Tropenmuseum [tekening: Molen de Ruiter gezien over de Baangracht datering 1725-1750 - Batholomeus Barbiers].

Vervolgens vertrekken zij uit Amsterdam en krijgen zeven kinderen in het Departement Zuiderzee, te Nieuwer-Amstel. 

208. Henricus Thomas van Vuecht (van Vucht), geb. Loon op Zand maart 1709, Procureur, tavernier, vermeld Zaak Lankester - Hendrik van Vught sr. is tevens procureur voor zijn zonen., † Loon op Zand omstr. 1791, kreeg rel.
209. Gertrudis Theodorus Dircks van Rijswijck, geb. vóór 1717, † Loon op Zand 8 nov. 1763.
 

 

 

Henric wordt geboren als 1e kind van de acht. Hij wordt procureur en tavernier. Hij kreeg een relatie met Gertrudis. Waarom zij nooit officieel gehuwd zijn, zal een raadsel blijven!Zij kregen maar liefst 15 kinderen, die allen als onwettig RK worden gedoopt en waarvan er 3 op jonge leeftijd overlijden. Het gezin woonde, zo lezen we in een akte uit 1766 aan de Straat in Loon op Zand.

Hendrik volgde zijn vader op, als herbergier in "de Vergulde Leeuw" te Loon op Zand. Daarnaast zat hij als schepen in de bank van Loon op Zand. Herhaaldelijk trad hij op voor de vierschaar van zijn heerlijkheid, voor Waalwijk en andere plaatsen. Tussen 1746 en 1767 treedt hij in vele akten op als procureur en executeur van de nalatenschappen. Hiervoor reist hij regelmatig naar 's Hertogenbosch, Tilburg en Rotterdam.

De herberg fungeerde als bestuurscentrum met alle bijverschijnselen van dien, zoals de achtervolging op de avond van 24 augustus 1763 rond de klok van tienen door zijn zoons Martinus en Thomas van twee schepenen, die gemaand werden met de woorden "staat hontsfot" en vervolgens met messen werden toegetakeld [Bron: Genealogie Broekhoven - Gertjan Broekhoven]

Zijn zoons komen vaker in moeilijkheden. In 1777 hielden zoons Thomas en Hendrik ter hoogte van de Drietorentjesgalg op de Vughterheide, de kar stil van Jan van Aalst Pieter Lankester. Zij eisen van hem zijn schuld aan hun vader te voldoen, fl 48:1:8. Hij gaf hen wat hij bij zich had, twee Zeeuwse rijksdaalders, en weigerde een door de gebroeders opgesteld papier te tekenen, daarop sloeg Hendrik van Vugt hem met een stok in elkaar.
Lankester doet aangifte en er volgt een crimineel proces, waarbij hun vader Hendrik van Vught sr. procureur is voor zijn zonen.

In 1762 kocht Hendrik van Vught van zijn zoon Martinus nog een huis in de Kerckstraat.

Wanneer Henric precies overleden is, is niet bekend. Echter in 1791 deelden hun kinderen de nalatenschap. In hetzelfde jaar kochten de ongetrouwde kinderen Thomas en Maria, de mede erfgenamen van hun ouders uit de herberg "de Gouden Leeuw" in de Kerkstraat, uit. Zij bleven hier samen 'metterwoon'. In 1793 testeerden zij, beiden bleven ongehuwd. In 1802 verkocht Maria, inmiddels enige eigenares geworden, de herberg voor fl 2.000,00.

210. Dirk van Vuuren, geb. Heukelom 1710, timmerman - aannemer, vermeld 1748 N.H. Diaconie Heukelum betaalt aan Dirk van Vuren voor spijkers en ankers aan het Armenhuys, tr. Heukelum mei 1737
211. Elisabeth van Leeuwen, geb. Deil. 
 

Den 20 April zijn te Heukelum in wettige ondertrouw opgenomen Dirk van Vuren J.M. geboren en woonagtig te Heukelum met Elisabeth van Leeuwen J.D. geboren te Deijl dogh langtsjaren gewoont hebbende te Heukelum. In de Egten Staat ingezegent den Maij 1737.

Dirk en Elisabeth krijgen tussen 1737 en 1751 elf kinderen, waarvan er vier als kind sterven. Uit de boeken der NH Diaconie te Heukelum, weten we dat Dirk in 1748 Mr. timmerman of aannemer was. De kerk 'Betaalt aan Meester Dirk van Vuren voor spijkers en ankers gelevert aan het huys van den armen volgens quitantie ƒ 00:15:00. Ook in 1749 wordt betaalt aan Dirk, voor 't maken van een sleutel en het
Aanslaan van een slot aan een kasje in de kansestorie ƒ 00:06:00. In 1750 voert hij reparaties uit, blijkbaar brengt hij hiervoor geen kosten in rekening; 'een plaat aan den breukbant volgens quitantie ƒ 00:0):00.

 

 

212. Adrianus [Arie] Willemse Vermeij, ged. Amsterdam, RK ’de Pool’ 30 aug. 1717, begr. Amsterdam, Heiligeweg en Leidse kerkhof 15 dec. 1788, tr. (ondertr. Amsterdam 24 mei) 1743
213. Agatha van Tonningen, ged. Amsterdam, RK Het Haantje 14 maart 1720, begr. 4 april 1805.

 

214. Jacobus [Hendrick Jacques] van den Berg, ged. Rotterdam, RK Steiger 26 maart 1741, tr. Rotterdam 14 april 1765
215. Maria van Raatsvelt, ged. Rotterdam, RK Leeuwenstraat 25 april 1735.
 

Zij gingen op zaterdag 30 maart 1765 in Rotterdam in ondertrouw en kregen tussen 1766 en 1771 drie dochters en één zoon. Maria woont rond 1799 in de Wijde steeg tegenover de Bloemmarkt in Amsterdam.



216. Sicke Clases alias Sikke Klazes, geb. Makkum omstr. 1738, ged. Makkum, Doopsgezinde Gemeente 30 jan. 1763, schipper, † Makkum (Fr.) 23 febr. 1805, tr. 2e Makkum (Fr.) 12 jan. 1783 Antje Sikkes, geb. Makkum (Fr.); tr. 1e Makkum (Fr.) 7 maart 1762
217. Titsje [Tijttie / Tietie / Tjeerdje] Jans, ged. Makkum (Fr.) 12 aug. 1736, † ald. 5 april 1776

 

Sicke en Titsje zijn lid van de Mennonisten gemeenschap te Makkum en krijgen te Makkum twee zoons, Jan en Klaas beiden Sikkes genaamd. Sicke staat in Makkum te boek als zeevarend, lichtmatroos en schipper.

 

218. Pieter Jansz Hofman, geb. omstr. 1739, bakkersknecht 1766-, vermeld memorie vanaf 11 dec. 1788, begr. Alkmaar 11 dec. 1788, tr. 1e omstr. 1769 Aechje Hendriksz Schippers, † Alkmaar 6 febr. 1782, dr. van Hendrik Schipper en Maartje Pieters; tr. 2e Alkmaar 8 dec. 1782

219. Elizabeth Wilbrand alias Elizabet Wiltbrand / Willebrands, ged. Hoorn 18 aug. 1763, vermeld W-C477-b vanaf 1807 en vanaf 1822, † Alkmaar 22 dec. 1825. 

Zij gingen op zondag 4 augustus 1782 in Alkmaar in ondertrouw. De Gereformeerde Pieter, weduwnaar met 3 of 4 minderjarige kinderen in het Diaconieweeshuis, huwt met de RK Elizabeth, hun zes kinderen worden allen RK gedoopt. Eén zoontje sterft 2 maanden oud. Bij zijn overlijden laat hij uit beide relaties acht in leven zijnde kinderen na.

Volgens het Bevolkingsregister van 1822 woont Elizabeth, dan 60 jaar oud aan de Oudegracht bij de Varkenmarkt Wijk D 218. Alwaar zij 70 jaar oud, om 9.00 ure des avonds sterft. Aangifte van haar overlijden doen een lijkbezorger en buurman.

 

220. Servaas Hendrik Verhoeven, ged. Ankeveen 24 april 1728, tr. Ankeveen 7 mei 1755 [Bron: Kwartierstaat Anna Maria VERHOEVEN - Andre Burghardt] 
221. Maria Adolf [Marretje] Jacobi, ged. Ankeveen 28 juni 1733, † ald. 28 aug. 1783.

Zij gingen op maandag 14 april 1755 in ´s Graveland in ondertrouw.

Servaas en Maria trouwen in de RK Sint Martinuskerk op het Hollands End, alwaar ook hun zes kinderen tussen 1756 en 1770 worden gedoopt.

 

222. Jan Hendrik Waanders, tr. Ankeveen 16 dec. 1777

223. Geertje Jacobs van Blaricum, geb. Ankeveen 1752, † ald. jan. 1785Ook genaamd Blaricom. 

224. Simon Adriaan van Werl (van Weerelt), ged. Oosterhout 8 nov. 1736, Schoenmaker, † Oosterhout 3 febr. 1783, tr. 24 aug. 1760
225. Maria (Marie) Schoenmaekers, ged. Loon op Zand 7 febr. 1741, steenbakkeresse, † Oosterhout 15 dec. 1819

Simon en Marie krijgen zeventien (!) kinderen, waarvan er tien als baby of peuter overlijden. Slechts vijf kinders worden volwassen. Ze wonen hun hele leven in Oosterhout.

 

226. Guillelmus Cornelis [Guiliemi, Guliam] van Poppel, ged. Gilze 5 sept. 1728, begr. Gilze en Rijen 24 dec. 1799, tr. 1e Gilze 23 jan. 1752 Pieternel Francken, geb. Gilze, † ald. vóór 1764; tr. 2e Gilze en Rijen 4 nov. 1764
227. Gertrudis Johannesdr [Geertruij] Couwenbergh, ged. Goirle 5 febr. 1736, begr. Gilze en Rijen 11 maart 1783.
 

Uit de ondertrouwakte: Geertruij Couwenbergh j.d. geboorte van Goirle en wonende te Gilze dog laatst gewoond hebbende te Oosterhout , 4 oktober 1764.

Geertruij Johannes Couwenberg is aanvrager van een borgbrief op dinsdag 10 december 1765 te Goirle met bestemming Gilze.

 

228. Willem Florisz Bom, geb. Leidschendam, ged. Veur 22 okt. 1759, schipper, † Rotterdam (in de haven) 11 dec. 1848, tr. Amsterdam, in de Posthoorn 16 april 1790

229. Elisabeth de Meijer, ged. Amsterdam 9 nov. 1769, sjouwersdochter, † Aan boord van hun schip 25 mei 1841.

Willem en Elisabeth kregen zes kinderen aan boord van hun schip. Willem voer als schuitvoerder tussen Amsterdam en Rotterdam, maar hield domicilie in Amsterdam met als ligplaats de Marnixkade.

Oudste zoon Cornelis werd beurtvaartschipper Amsterdam - Helmond vice versa, Floris schuitvoerder, Anton werd binnenschipper op een Lichterschip dat graan lost van zeeschepen te Rotterdam, de 'Vrouw Bertha'. Zoon Petrus had een aardappelhandel in de Runstraat 31 te Amsterdam.

Elisabeth overleed om 6 ure des voormiddags aan boord van hun schip. De aangifte van overlijden geschiedde daarom pas 4 maanden later op 27 september 1841 te Amsterdam. Willem overleed ten 11 ure des voormiddags op zijn schip liggend in de Nieuwe Haven van Delfshaven.

 

230. Harmannus Harms [de Leuw], ged. Amsterdam, RK Stadhuis van Hoorn 20 dec. 1770, sjouwerman - cargadoor, tr. (ondertr. Amsterdam 31 aug.) 1792
231. Alida [Aaltje] Hengeveld, geb. 22 april 1773, ged. Elburg 14 sept. 1766, tr. 1e (ondertr. Elburg 16 nov.) 1787 Gerard van Driesten

Het gezin woonde bij de Viervrouwentoren te Amsterdam, kregen daar drie zoons en één dochter, allen werden RK gedoopt in de kerk Stadhuis van Hoorn. 

 

232. Jodocus Heinrich [Heinrich] Timmer, geb. 1755, ged. Westerloh (Duitsland) 3 april 1758, "Heuerling bei Figgemeyer in Westerloh", † Delbrück - Westerloh 27 sept. 1825, begr. Delbrück 30 sept. 1825, tr. Kirchborchen, D. 27 juli 1790
233. Anna Maria Elisabeth Luethen, ged. Kirchborchen, Duitsland 5 juli 1770, "Heuerling bei Figgemeyer in Westerloh". 


Heinrich woont zijn hele leven op de boerderij van Figgemeyer in Westerloh, waar ook zijn ouders boerenhuurlingen waren. Deze Figgemeyer is in 1818 ook dorpsbestuurder, maar werd een jaar later afgezet. Heinrich trouwt in de parochie van Kirchborchen, waar zijn echtgenote Maria vandaan kwam. 
Bij de doop van de zes kinderen is de familienaam van de moeder niet opgegeven. Zij worden RK gedoopt worden in de parochie van Delbrück. Heinrich was naast boerenknecht ook Politie dienaar.

Hij overleed op dinsdag 27 september 1825 om 11 uur 's avonds aan de gevolgen van waterzucht. In het begraafboek staat genoteerd dat hij een echtgenote en zes meerderjarige kinderen achterlaat. 

234. Heinrich Antenpöhler [Antenpoeler], "Heuerling bei Kessenjohann in Kaunitz".

236. Johann Bade, geb. omstr. 1775, ged. Ostenland (Duitsland), † Westerloh - Delbrück vóór 1874, tr.
237. Angela Maria.
 

Uit de Kroniek van de gemeente Westerloh vernemen we dat het woonhuis van Andreas in 1840 volledig afbrandde.

Transcript:
1839 De kroniek van de gemeente Westerloh is sinds 1818 tot 1838 niet bijgehouden. Daarna werd deze door de autoriteiten van het kanton strenger gecontroleerd en beter bijgehouden.

In het algemeen:
De regering is onveranderd, Friedrich Wilhelm III, koning van Pruissen is bij aanvang van het jaar 1839 onze koning. Er heerst vrede in de Pruisssische staat. Westerloh behoort tot het kanton Delbrück, wat weer tot de deelstaat Paderborn behoort.
Sedert 1840 hebben de volgende brandongelukken plaats gevonden: het totale woonhuis van Fortschieders, Bathe en Papen Schoppen brandde tot de grond af.

 

238. Johann Georg Kroes [Lenzmeyer geborener Kros], ged. Freinsheim, Pfalz Beieren 10 dec. 1748, Colon. in Anreppen, † vóór 1829, tr. Boke 5 febr. 1799
239. Elisabetha Horst
 

Naamsverandering! Johann kwam uit de Pfalz Beieren en werd kolonist / zelfstandig boer in het plaatsje Anreppen, bij Delbrück in de huidige deelstaat Noordrijn Westfalen. Hij werd geboren als Johann Kros / Kroes en nam later de naam Lenz aan, ook wel Lenzmeyer genoemd. Hij en Elisabetha kregen, zover bekend één dochter die geboren werd in 't gehucht Boke bij Anreppen.

 

240. Barend (Bernardus Jacobus Bouleke) Bouweriks alias Bourik of Baurik, geb. Heerenberg, ged. Emmerik, RK Sankt Aldegundis 13 dec. 1755, Schoenmaker, † Amsterdam 22 mei 1817, tr. (ondertr. Amsterdam 14 juli) 1786
241. Johanna Henderika (Hanna) Kock, ged. Zutphen 5 april 1761, † Amsterdam 23 maart 1832

 

 

Barent ondertekende met een kruisje ( + ) en woonde ten tijde van zijn huwelijk in de Pieter Jacobsstraat [zie foto]. Johanna tekende voluit en woonde aan de Singel te Amsterdam.

Gezien de huwelijks datum in 1786, is het vreemd dat het eerste officiële kind van Barent en Johanna pas geboren wordt in 1794. Wel zijn er twee oudere dochters bekend en de dopen van twee zoons - van Bernardi Bouwerik(s) en Joanna Hendrika Koks. Dezelfde moeder en de voornaam Bernardi, waarvan Barent een afgeleide is, doen sterk vermoeden dat eerder genoemde kinderen tot hetzelfde gezin behoren. Ook al zijn zij Rooms Katholiek gedoopt. De hierbij optredende doopgetuige Christiaan Lensing alias Lensen, blijkt na ruim twaalf jaar onderzoek, de oudere halfbroer van Barent te zijn. Waardoor de puzzelstukjes op hun plaats vallen, maar we ook de ouders van Barent en zijn doopinschrijving in 't Duitse Emmerich vinden!

Bij zijn ondertrouw op
vrijdag 14 juli 1786, gaf Barent op 26 jaar oud te zijn. In werkelijkheid was hij al 30 jaar. Hij had toen al een 4 jaar oud dochtertje Hendrika, geboren op woensdag 17 april 1782 in Amsterdam. Zijn verloofde Johanna Henderika Kock alias Hanna Koks was wel 25 jaar. Of zij ook de moeder van Hendrika was, blijft onduidelijk. Wel was zij al vijf maanden zwanger.

  
Dankzij de Begraafregisters weten we dat Barent en Hanna na hun trouwen in de Boere(n)steeg zijn gaan wonen, een zijsteegje vanaf de Kloveniersburgwal. Alwaar mogelijk ook de eerste vijf kinderen geboren werden en Barent de kost verdiende als schoenmaker.
Hun eerste zoon Mattheus Christianus lieten zij op vrijdag 10 november 1786 katholiek dopen in ’t Boompje. Dit jongetje stierf drie maanden oud en werd begraven op donderdag 15 februari 1787, op het St. Anthonis Kerkhof. Het Begraafboek meldt: Begraven Christiaan Bourik, zoon van Barent wonend in de Boeresteeg.

Rond 1797 verhuisden zij naar de Schoute(n)steeg [zie foto], een zeer benauwd, donker en doodlopend steegje dat vanaf de Oudezijds Voorburgwal, richting Warmoestraat loopt, evenwijdig aan de St. Jansstraat. In deze bedompte (krot)woning stierven tussen half mei 1799 en half januari 1802 de drie jongste kinderen als peuters. Jan Hendrik, gedoopt als Brouweriks, werd - 1 jaar oud - eveneens op St. Anthonis Kerkhof ter aarde besteld. Begraven op zondag Jan Hendrik Bourik, zoon van Barent wonend in de Schoutesteeg.  
In juni 1799 kregen ze een tweeling: Johanna Hendrika en Peterus Johannes. Vader als Barend Bouwerick. Johanna werd 2 jaar oud en werd van de armen begraven, op zaterdag 7 november 1801. Begraven op de HZH [Huiszittenhuizen], Johanna Boueris, kind van Barend wonend in de Schoutesteeg. Twee maanden later overleed ook kleine Petrus. Hij werd echter begraven op het St. Anthonis Kerkhof. Begraven Petrus Johannes Bouweriks, zoon van Barend wonend in de Schoutesteeg.

Het is duidelijk dat het gezin bij tijd en wijle armlastig was en Hanna - bij de dood van Petrus - hoogzwanger van hun laatste kind, die de stamvader van de huidige Bouweriks'en zou worden.

In februari 1817 beviel dochter Hendrina, geboren in 1788, van een buitenechtelijk geboren zoontje: Ingeschreven als Nicolaas Bourik, zoon van Hendrina Bourik. Bij akte dd 29 juni 1822 door de vader Nicolaij Gerhard Kirs(ch)enstein, als het zijne erkend. Hendrina stierf 10 maanden later. Hendrica Bouwerik overleden 26 dezer ten 7 ure des morgens, oud 30 jaar, wonende Buite Gasthuis, geboren alhier, gehuwd met Nicolaas Gerardus IJsselstein (sic). Ingevolge proces verbaal van gemeld Gasthuis.

Onze Barent was datzelfde jaar blijkbaar óók ernstig ziek en werd opgenomen in het Binnen Gasthuis. Hij overleed hier om drie uur des morgens op donderdag 22 mei 1817, 61 jaar oud. De overlijdensakte vermeld hem als: Barend Baurik, oud 61 jaren schoenmaker van beroep, geboren Heerenberg, wonend thans Binne Gasthuis gehuwd met Hanna Kok, zoon van Hendrik Baurik en Otto Magtild Lemmings. 

Echtgenote Hanna Kock overleefde hem vijftien jaar en woonde haar laatste levensjaren in het Oude Vrouwenhuis aan de Amstel. Zij stierf daar om acht uur des morgens, op vrijdag 23 maart 1832, 70 jaar oud. De overlijdensakte vermeld haar als: 71 jaar oud, Geboren te Zutphen, weduwe van Barend Baurik.

Van hun negen kinderen, zorgden er slechts drie voor nageslacht, waaronder de twee zoons! Benurdus Jacobes zou onder de familienaam BOURIK  voortleven. Hij verdiende de kost als sjouwer.
Jongste zoon Gerrit Hendrik zou de familienaam BOUWERIKS aanhouden. Hij verdiende achtereenvolgens de kost als viskopersknecht, kistenmaker, kruier en klom op tot stalhouder. 

242. Jan Reijersz Middelburgh, geb. Wormer? omstr. 1740, † Wormer omstr. 1804, tr. 2e Wormerveer 19 mei 1793 Grietje Brand, geb. 1766, † 3 febr. 1847; tr. 1e Westzaan 7 april 1776

243. Maartje Egberts Schuurman, geb. Den Ham? omstr. 1743, † Wormerveer 24 sept. 1792


Naamsverandering! Jan trouwt in Westzaan met Maartje en ze krijgen daar drie kinderen, met de achternaam Middelburgh. In 1783 wonen ze in Wormer en twee jaar later in Wormerveer, zo weten we uit de doopakten van de daar geboren kinderen. Zij krijgen de naam Middelburg. Maartje overlijdt ongeveer 52 jaar oud in 1792, de jongste 'onze' Hendrikje is dan 7 jaar.
Vader Jan had al ruim daarvoor z'n gezin verlaten. "Volgens zijn kinderen en bekenden naar ’t buitenland en is er sindsdien nooit meer enig berigt van hem vernomen", zo lezen we in stukken van de Vrederechter, opgesteld voor zowel zoon Reijndert en dochter Hendrikje, als deze jaren later willen gaan trouwen en daarvoor zijn toestemming of overlijdensakte nodig hebben.

’t Blijkt echter dat vader Jan - slechts negen maanden nadat hij weduwnaar geworden was - in mei 1793 hertrouwd was in Wormerveer met Grietje Brand en uit deze relatie nog een rits kinderen kreeg…

 

Transcript:  

Pro deo; Den eersten September Achttien honderd zeven en twintig, compareerde voor ons Maarten van Orden vrederegter van het Kanton Zaandam n° 2 in Noordholland geadsisteerd met onzen griffier, ter onzer Woonstede, gelegen te Zaandam aan den Zuiddijk n° 278.

Een Verzoeke van Hendrica Middelburg, werkster wonende te Amsterdam - zijnde bij acte van den Heer Burgemeester der Stad Amsterdam van dato den zestienden Julij 1800 zeventwintig; Verklaard onvermogend te zijn en alzo deze Acte ten haren behoeve pro deo wordt opgemaakt.

Welke aan ons te kennen gaf, dat zij voornemens zijnde een huwelijk aan te gaan met Gerrit Hendrik Bouweriks, wonende te Amsterdam.

Dat zij bewijs zoude moeten produceeren van het overlijden van haren vader, welke verscheiden jaren geleden naar buiten "s lands is gegaan, en nooit eenig berigt van hem is ingekomen, en dus dit niet kan doen; – kunnende echter dit gemis worden goedgemaakt, door een verklaring van vier getuigen, die daar omtrend de vereischte verklaring konden afleggen, met verzoek dat wij daarvan acte wilde opmaken, en aan haar afgeven;

En compareerden de volgende getuigen, zijnde allen van Competente Ouderdom:

Reijndert Middelburg, Broeder te Wormer, Huijbert Bonda, Neef te Zaandijk, Cornelis Vecken, goede Vriend te Wormer, Simon Dik, mede goede Vriend en insgelijks te Wormer woonachtig. (* Simon Dik was haar zwager, reeds in 1800 getrouwd met haar zuster Geertje.)

Dewelke verklaarden dat zij wel gekend hebben Jan Middelburg haar Vader gewoond hebbende te Wormer; gevende voor redenen van wetenschap, zo van familiebetrekking als andersints, wel van de moeder van Hendrica Middelburg vernomen te hebben, dat nooit eenig berigt van haren vader is ingekomen, waarom zij lieden geen zwarigheid maken deze verklaring in gemoede af te leggen.

En is hier van opgemaakt dit proces verbaal, hetwelk door de bovengemelde getuigen, na gedane voorlezing, met ons en onze griffier is ondertekend, en waarvan aan den Requirante afschrift zal worden gegeven, om te strekken daar en waar zulks behoren zal, verklarende Simon Dik hier bovengemeld, niet te kunnen Schrijven of zijn naam te tekenen: Was getekend: Rijndert Middelburg, Huibert Bonda, Cornelis Veken, Maarten van Orden vrederegter.


 

244. Jacobus Kaijmolen, ged. Amsterdam, Nieuwe Kerk 2 okt. 1763, houtverkoper, † Amsterdam 23 aug. 1813, tr. 1e Amsterdam 24 april 1783 Anna Gerritse Mens, geb. Amsterdam omstr. 1756, begr. Amsterdam, Kartuizer Kerkhof 18 sept. 1805, dr. van Gerrit; tr. 2e (ondertr. Amsterdam 30 mei) 1806

 

245. Maria Fransina Luderus, ged. Amsterdam, Noorderkerk 4 jan. 1775, † Amsterdam 7 nov. 1812


Jacobus wordt als 2e kind van de vijf, geboren in Amsterdam. Zijn oudere broer werd nog in Middelburg geboren, waar zijn ouders ook vandaan kwamen. Zijn moeder sterft als hij 18 jaar oud is, z’n vader kort daarna. Zijn jongste zusje is dan pas vier en wordt opgenomen in het Aalmoezeniersweeshuis.
 
Jacobus woonde toentertijd al zelfstandig en werkte als houtkoper(sknecht) en zou op 19-jarige leeftijd in 1783 trouwen met de acht jaar oudere zus van zijn schoonzuster. Uit dit huwelijk van 22 jaar zijn geen kinderen bekend. Wel treden zij samen regelmatig op als doopgetuigen bij de kindjes van z'n broer en schoonzus. 

Hoewel Jacobus dus nog volop gehuwd was met deze Anna Mens had hij al sinds 1798 een relatie met Maria Luderies. Op het moment van trouwen, na het overlijden van eerste vrouw Anna, hebben zij samen al VIJF kinderen en er zouden er nog twee volgen. Veel geluk kenden zij niet, want Maria Luderies stierf op zaterdag 7 november 1812, 37 jaar oud en Jacobus slechts negen maanden later. Nalatende vijf kinderen; de 15-jarige Koosjen, de 10-jarige Pieter, de 7-jarige Jacobus, de 4-jarige Maria en de 2-jarige Johannes. Zij werden in 1813, evenals ruim 20 jaar daarvoor hun ooms en tante, ook opgenomen in het Aalmoezeniersweeshuis aan de Keizersgracht. 
LEES MEER...

Hoe het hen daar verging? De jongste twee Maria en Johannes zouden er op 7 en 11-jarige leeftijd sterven. Koosjen werd werkster en woonde later ongehuwd in de Bethaniesteeg. Pieter werd in de leer gedaan bij een leerlooier en was tussen 1823 en 1828 milicien en daarna werkte hij als sjouwerman en kuiper. 

 

 

 

246. Mijnderdt (Meijndert) de Bruijn, ged. Amsterdam, Oosterkerk 19 aug. 1764, houtzaagmolenaarsknecht, begr. Amsterdam 27 mei 1810?, tr. (ondertr. Amsterdam 7 sept.) 1787

247. Grietje (Gerarda, Gerradda, Gerritje) van het Wout [van ’t Wout], ged. Amsterdam, Nieuwe Kerk 17 juni 1770, † Amsterdam 23 nov. 1812. 

Transcript ondertrouwakte:
 

Comparanten Meijndert de Bruijn van Zeeburg gereformeerd oud 23 jaar op Oostenburg geads met zijn vader Tijmen de Bruijn en Gerritje van ’t Wout van Amsterdam gereformeerd oud 18 jaar op Wittenburg geads met haar moeder Marrijtje Pauw.

In de overlijdensakte van Grietje staat zij genoemd als zijnde dochter van Barent van het Wout en Maria van Pal…

 

Op 3 augustus van hetzelfde jaar, 1813, toen de wezen Kaaijmolen in het gesticht (Aalmoezeniersweeshuis) terecht kwamen, vinden we in dezelfde ‘boeken der ingekomen kinderen': "Eliezabeth de Bruin, oud 11 jaar en Johannes oud 7 jaar, van den Gereformeerden Godsdienst, nagelaten kinderen van Meindert de Bruin en van Grietje van ´t Woud, beide overleden volgens berigt".

Eliezabeth en haar broertje waren opgegroeid in één der Oostenburgerstraten. Hun moeder Grietje van 't Wout overleed op 23 november 1812, vader Mijndert verdween in 1813 aldus één van de huwelijkse bijlagen van Eliezabeth [er overlijdt ook ene Mijndert op 21 december 1810]. Het gezin had vijf kinderen geteld, alleen Eliezabeth en haar jongere broertje bleven in leven! Net als vrijwel alle weesmeisjes, werd zij werkster. Johannes zou in 1814 in het weeshuis sterven.


 

248. Marten Oostendorp, geb. Uhlenbrok, Duitsland omstr. 1743, begr. Amsterdam, St. Antoniskerkhof 13 sept. 1807, tr. (ondertr. Amsterdam 13 juli) 1770
249. Maria Margareta Geertruij Vogels, geb. Osnabrück, Duitsland omstr. 1750, † Amsterdam 28 mei 1810, begr. Amsterdam, St. Antoniskerkhof 3 juni 1810

 

 

250. Jan Visscher, ged. Zwartsluis (Ov.) 8 nov. 1752, begr. Amsterdam, Nieuwe en Engelse Kerk 31 maart 1804, tr. 2e Amsterdam 1794 Maria Corvers, geb. Den Bosch, † Amsterdam 6 dec. 1831; tr. 1e (ondertr. Amsterdam 27 april) 1781

251. Jannetje Groeneboer, geb. Nieuwveen Z.H. omstr. 1753, begr. Amsterdam 27 maart 1791.

Jan en Jannetje kregen twee dochters, Marretje in 1782 en Femmetje in 1791. Moeder Jannetje sterft krap vier weken na de geboorte van de jongste, die ook maar zeven maanden oud werd. Jan hertrouwt eind 1793 met Maria Corvers.
 

252. Pieter Stoekaart, geb. Neuwied, Duitsland omstr. 1750, begr. Amsterdam, Heiligeweg en Leidse kerkhof 28 aug. 1784, tr. (ondertr. Amsterdam 24 april) 1777
253. Johanna Maria Slootman, ged. Amsterdam, Lutherse kerk 15 mei 1754, † Amsterdam 22 febr. 1815
 
 
254. Hendrik Pieters, ged. Amsterdam, Noorderkerk 2 febr. 1757, Schoenmaker, koopman in zaagsel, † Amsterdam 15 nov. 1834, tr. 2e Amsterdam 24 mei 1815 Sara Dederdings, ged. Amsterdam 23 april 1777, weefster, † Amsterdam 22 juni 1818; tr. 3e Amsterdam 11 dec. 1822 Eevertie de Roos, ged. Amsterdam 8 okt. 1783, garenwindster; tr. 1e Amsterdam (ondertr. 11 mei) 1781
255. Henderica Johanna Verleuren, ged. Amsterdam, Nieuwe Kerk 26 juni 1763, naaister zeilmaker, † Amsterdam 4 febr. 1814.
 

Hendrik is bij zijn huwelijk met Henderica schoenmaker van beroep. Op zijn overlijdensakte staat genoteerd dat hij koopman in zaagsel was. 

 

 


 

 

Terug naar Generatie 7

Generatie 9